Ik wil mezelf laten verdwijnen in jouw genegenheid. Dan hoop ik dat ik mezelf kan laten oplossen in je armen, tot ik plots weg ben. Ik wil opgaan in je vezels, in je liefde en in je dromen. Vervolgens nestel ik me tussen je cellen, als een brokje chemie dat aan je blijft kleven.
Ik wil huilen tot ik niet meer ben dan een herinnering, voor altijd in je hoofd als elektriciteit. Zo zorg ik toch nog eens voor spanning, als je niet meer weet aan wie je moet denken.
Elke keer wanneer ik naast je wakker word, dan moet ik je opnieuw afgeven. Dan voelt het alsof we terug uit elkaar gaan. Ik ontwaak in je armen, en ik kan mooie gedachten ruiken, tussen de lakens en tussen je haren. Je slikt, en ook jouw dromen laten je los. Dan kijk je me aan, met kleine oogjes. Op die momenten wil ik niet meer weg. Ik wil al mijn verantwoordelijkheden afzeggen, ik wil mezelf afzeggen. Dan verlang ik naar een eeuwige seconde, al was het maar om één seconde langer bij je te kunnen liggen. Maar helaas begint de dag al snel, moeten we toch uit bed, en zijn we weer uit elkaar. Alleen in de nacht ben je nog van mij, overdag ben ik van niemand.
Comentários